De ondergang van een paradijs
Door: Hermen
Blijf op de hoogte en volg Hermen
15 Juni 2010 | Nederland, Leiden
www.iucn.nl
Op 7 april 2010 bezoeken twee Duitse toeristen Nationaal Park Waza, Noord Kameroen. Hun zoektocht naar olifanten brengt hen naar een waterpunt ver op de vloedvlakte in het oosten van het park. Olifanten zien ze niet. Wel twee honden die een antilope ernstig verwond hebben. De gids, die het tweetal vergezeld, snijdt de keel van het dier door en doodt een van de twee honden. Vervolgens verwijdert hij de poten van de antilope en legt ze achter in de auto. Het vlees is voor zijn kinderen.
Ambassa Linis (46), die de leiding heeft over de gidsen van het park, reageert geschokt als hij het verhaal van de toeristen verneemt. "Prima als een gids vlees meeneemt, maar dit had hij nooit mogen doen waar toeristen bij zijn", zegt hij woedend van achter zijn grote bureau in het bezoekerscentrum. Aan de muren hangen vergeelde foto's en schedels van dieren uit het park.
Nationaal Park Waza beslaat zo'n 1.600 km2 van de Kameroenese Extreem Noord Provincie. De unieke combinatie van bosachtige savanne in het westen en een vloedvlakte in het oosten zorgen voor een bijzondere biodiversiteit. Zo herbergt het park leeuwen, olifanten, verschillende soorten antilopen, giraffen en twee soorten hyena's. Het park geniet echter vooral internationale bekendheid dankzij de 400 vogelsoorten die er voorkomen. Dat is voor een savannepark ongekend en wordt normaal alleen in het tropisch regenwoud aangetroffen. Zeldzame soorten als de Arabische trap en leeuwerikkwartel maken het park onweerstaanbaar voor vogelaars. Maar ook voor Europese ooievaars, grauwe kiekendieven, zomertalingen, steltkluten en kemphanen is het park een cruciaal overwinteringsgebied. Het park is dan ook uitgeroepen tot Birdlife International Important Bird Area, UNESCO Man and Bioshpere Reserve en Ramsar Wetland Site.
Nationaal Park Waza is de belangrijkste toeristische trekpleister van Noord Kameroen met ongeveer 3.000 bezoekers per jaar. Al vallen deze aantallen in het niet bij andere delen van Afrika (Kruger, Zuid Afrika, kan jaarlijks op meer dan een miljoen bezoekers rekenen), toerisme is een belangrijke inkomstenbron voor de regio.
Veel toeristen ondernemen de lange, vermoeiende reis naar Nationaal Park Waza na het lezen van hun reisgidsen die 'the big five' van Afrika beloven. Twee soorten van deze populaire lijst, de buffel en het luipaard, zijn reeds decennia verdwenen en de zwarte neushoorn heeft er zelfs nooit gezeten. Waarnemingen van leeuwen en olifanten vormen eerder een uitzondering dan een regel. In plaats van de beloofde wilde diersoorten worden bezoekers getrakteerd op kuddes koeien, geiten, schapen en de resten die stropers en vissers achterlaten.
Het voortbestaan van wilde dieren in Nationaal Park Waza wordt ernstig bedreigd door illegale activiteiten. Deze vormen een relatief nieuwe bedreiging. Eerder leidden ernstige droogte in de jaren '60 tot een afname van herbivorenpopulaties. De constructie van een stuwdam in de jaren '70 blokkeerde het water dat in het regenseizoen de vloedvlakte blank zette. Hierdoor veranderde het karakter van het landschap dusdanig dat verschillende soorten antilopes lokaal uitstierven en andere soorten gedecimeerd werden. In de jaren '90 leidde het Waza Logone project tot een voorzichtig herstel van de overgebleven populaties antilopes. Dit project was een samenwerkingsverband tussen de Nederlandse overheid, de Europese Unie (EU), International Union for Conservation of Nature (IUCN) het Wereld Natuurfonds (WNF), Stichting Nederlandse Vrijwilligers (SNV) en het Centrum voor Millieuwetenschappen te Leiden (CML) en behelsde het opnieuw onder water zetten van een deel van de vloedvlakte. Ook was er aandacht voor co-management waarbij de dorpen om het park in ruil voor privileges het park hielpen onderhouden.
Het positieve effect van het Waza Logone project lijkt nu een wending te nemen. De belangrijkste oorzaak is een recente toename van stroperij en een continue stroom van herders die met honderden koeien het park betreden. Aantallen antilopes zijn lager dan ooit en de populatie leeuwen daalde in 15 jaar van 60 naar 20 individuen. Geconfronteerd met een afname van wilde prooidieren, zijn leeuwen genoodzaakt vee te vangen dat ze binnen het park wordt voorgeschoteld. Ter verdediging van hun eigendom doden de herders op hun beurt de vee-etende leeuwen. Ook is gebleken dat bij uitblijven van controles door het management de omwonenden van het park misbruik maken van de opgestelde regels in het co-managementplan waardoor het park nu is blootgesteld aan ongecontroleerde over-exploitatie.
Het jaarlijkse budget dat beschikbaar is voor het beheer van het park bedraagt €332.000. Het grootste deel van dit bedrag is afkomstig van internationale donoren als Duitsland, Frankrijk en Nederland. Slechts een klein deel wordt bijgedragen door de Kameroenese overheid. De weg die het geld aflegt voordat het aankomt op de plek van bestemming is lang en uitputtend. Op het Ministerie van Financiën, bij de provinciale Déléguée van het Ministerie van Bos en Natuurbeheer (MINFOF) en bij de parkbewaarder, overal blijft wat geld achter. Bijna niets komt aan op de plek van bestemming. Er is geen geld voor het onderhouden van wegen, voor de benzine die nodig is voor patrouilles. Zelfs het salaris van de 'ecoguards', €1,50 per dag, is schijnbaar niet voorhanden.
Ondertussen rijdt de parkbewaarder in nieuwe auto's en bouwt hij een nieuwe kantoorruimtes voorzien van airconditioning. Gearresteerde overtreders staan na het betalen van een 'boete' aan de parkbewaarder weer op straat en kunnen doorgaan met stropen. De Déléguée sluit overeenkomsten met rijke veehouders waarin hij toestemming geeft voor het drenken en laten grazen van hun vee in het park. Een geheel eigen interpretatie van het begrip co-management waar hij veel aan verdient.
De problematiek is duidelijk. De oplossing ligt voor het grijpen. Het park heeft niet alleen strengere bewaking nodig, het huidige corrupte management is dringend aan vervanging toe. Raplh Buij en Barbara Croes zijn werkzaam bij het Centrum voor Millieu en Ontwikkeling in Kameroen (CEDC), een samenwerkingsverband tussen het CML en de Universiteit van Dschang in Kameroen. Zij zien de achteruitgang van Nationaal Park Waza al jaren met lede ogen toe. Hoewel het niet tot hun kerntaak behoort hebben zij naast hun wetenschappelijk werk veel energie gestoken in het verbeteren van de situatie. "We begonnen aanvankelijk met het sturen van rapporten aan de verantwoordelijken bij het Ministerie waarin we uiteen zetten hoe het park ervoor stond. Zelfs na herhaaldelijk aandringen hebben we nooit een reactie ontvangen uit Yaoundé," zegt Buij. "Daarna hielden we in samenwerking met IUCN Nederland een mediacampagne. Met twee korte televisie uitzendingen en een reeks radio interviews legden we de situatie op de lokale TV en radio uit. In reactie hierop stuurde MINFOF een afvaardiging uit Yaoundé die de situatie kwam onderzoeken. De conclusie was dat het huidige management zeer zwak is en dat verbetering op korte termijn noodzakelijk is. Hierna hebben we nooit meer iets vernomen," aldus Buij.
Na de mediacampagne organiseerde Buij een seminar op het op het hoofdkwartier van Nationaal Park Waza. Hiervoor nodigde hij alle betrokken actoren uit. "In twee dagen stelden we een actieplan op met daarin richtlijnen en activiteiten die nodig zijn om de meest urgente problemen aan te pakken. Ondanks vele beloften, leidde dit niet tot actie vanuit Yaoundé. We krijgen sterk de indruk dat MINFOF het urgentieplan op de lange baan heeft geschoven," aldus Buij. De gehoopte reactie, het vervangen van de parkbewaarder en de délégué, bleef uit. Als laatste stap heeft Buij contact opgenomen met de ambassadeur van Nederland in Yaoundé. "Hopelijk zal de stand van zaken via de ambassadeur bij de donoren bekend worden. Zij weten niet wat er met hun geld gebeurt. Internationale druk is het enige wat de verantwoordelijke minister kan overtuigen zijn werk te doen."
De Kameroenese overheid is niet in staat hun natuurlijke erfgoed te beschermen. Buij ziet één oplossing: "de Kameroenese overheid heeft hulp nodig om het park te behouden. Op dit moment zijn we bezig het managementplan te herschrijven. We hopen een internationale organisatie te vinden die MINFOF kan helpen het park te managen. Privatisatie heeft in andere parken geleidt tot een aanzienlijke verbetering van de situatie. Wanneer beheer en toeristische exploitatie worden gebundeld, dan is er een direct financieel belang bij het behouden van de natuur." Waza heeft de potentie weer te worden wat het was. Buij verdluidelijkt: "in tegenstelling tot andere, vergelijkbare parken in West-Afrika, ligt Waza in een politiek stabiele regio. De problemen met stroperij zijn lokaal en niet georganiseerd. In Tsjaad voeren natuurbeschermers gewapend met machinegeweren oorlog met goed georganiseerde en tot de tanden bewapende oliefantenstropers. Dat is hier heel anders. Het moet mogelijk zijn om dit bijzondere park nog te redden. Als actie uitblijft, dan zie ik het echter somber in en zal er binnen een paar jaar niets meer over zijn van deze prachtige natuur."
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley